In de “tot de kern”-reeks bespreek ik iedere keer een yoga-houding met daarbij de volgende vragen in het achterhoofd: Wat is de houding? Wat zijn de opkomende associaties? Wat zegt mijn lijf? Hoe reageert mijn gemoed? En de vraag aan jou: hoe ervaar jij deze houding?
Vandaag ga ik tot de kern van balasana.
Balasana staat ook bekend als de kindhouding en ik vind het altijd een feestje als deze houding aangenomen mag worden. Een heerlijk rustgevende en herstellende houding, welke je tevens prettig naar binnen keert. Heel fijn na oefeningen die intensieve inspanning vragen van de rugspieren, na hoofdstanden of simpelweg om even de ademhaling weer wat rustiger te laten worden en de hartslag wat te laten dalen.
Het is de oefening die je altijd en overal tijdens je yogareeks en tijdens een yogales aan kunt nemen op het moment dat je lijf aangeeft dat het voor de behandelde houding genoeg is geweest voor vandaag. Wees lief voor jezelf: de ene dag kom je verder in een houding of kan je langer in een bepaalde positie blijven dan de andere. Probeer elke dag opnieuw te bepalen waar je grens ligt en overschrijd deze niet. Het doel is dat je eigenlijk iedere dag yoga zou kunnen uitoefenen. Met dit doel in het achterhoofd lukt het misschien gemakkelijker om goed naar deze grens te luisteren en het lichaam geen (spier)pijn aan te doen.
Je kunt deze houding op 2 manieren uitvoeren. Tevens kun je balasana primair inzetten voor de ontspanning of kun je deze houding licht uitdagend maken. Als uitgangspositie kom je op de handen en de knieën. Vervolgens plaats je de voeten tegen elkaar met de bovenkant van de voeten op de vloer, plaats je de knieën ongeveer zo wijd als je yogamat en ga je op je hielen zitten. Je brengt je borst richting de knieën, rust (voor zover dit lukt) het voorhoofd op de mat en plaatst de handen met gestrekte armen voor je op de mat. De vingers zijn gestrekt, de handen liggen plat en op schouderbreedte van elkaar op de vloer en de schouders beweeg je van de oren vandaan.
Het gaat in deze oefening niet om het behalen van zoveel mogelijk rek of om zo diep mogelijk in de houding te komen. Balasana is een houding die vooral gebruikt wordt als rustmoment tijdens een yogaserie, dus neem dit moment om je over te geven aan de herstellende kracht van je lijf, terwijl je adem dieper en langzamer wordt.
Als je wilt, kun je deze houding ietwat uitdagender en krachtiger maken, door bewust de ellebogen niet op de vloer neer te leggen. De contactpunten met de vloer zijn dan de bovenkant van de voeten, de onderbenen, de knieën, het voorhoofd en de handen.
Een tweede manier van balasana uitvoeren is door vanuit de uitgangspositie de voeten en knieën tegen elkaar aan te plaatsen, wederom op de hielen te gaan zitten, de borst naar de knieën te brengen, het voorhoofd op de vloer te plaatsen en vervolgens de armen langs de benen te leggen. Zodoende liggen de polsen naast de voeten op de vloer. De armen mogen lekker los hangen, waardoor – als je wilt – ook de ellebogen en de onderarmen op de vloer kunnen komen. De schouders blijven van de oren verwijderd om zo een ultieme ontspanning in nek en rug te kunnen bewerkstelligen.
Let er bij balasana altijd goed op dat je het hoofd zoveel mogelijk laat rusten: ook als je je voorhoofd niet op de vloer kunt plaatsen, laat nog steeds het hoofd lekker hangen en breng aldoende geen spanning in de nek.
Persoonlijk vind ik het ook heel fijn om in de eerste variant van deze houding de handen niet plat op de vloer te leggen, maar de handen tegen elkaar te plaatsen. In dit geval is het extra goed opletten dat de schouders niet richting de oren bewegen. De handen tegen elkaar geeft mij een verhoogd gevoel van inkeer, wat ik zeer prettig kan vinden in deze herstellende houding. En jij? Wat heef jouw voorkeur?
Namasté