Tot de kern: virabhadrasana A

In de “tot de kern”-reeks bespreek ik iedere keer een yoga-houding met daarbij de volgende vragen in het achterhoofd: Wat is de houding? Wat zijn de opkomende associaties? Wat zegt mijn lijf? Hoe reageert mijn gemoed? En de vraag aan jou: hoe ervaar jij deze houding?

Vandaag ga ik tot de kern van virabhadrasana A.

1-virabhadrasana

De mythe wil dat hogepriester Daksha een offerfeest had georganiseerd en daarbij zijn jongste dochter Sati en diens man Shiva niet had uitgenodigd. Dochter Sati kwam toch, zij en Daksha kregen ruzie en in haar woede wierp Sati zichzelf in het vuur. Toen Shiva van de tragische afloop hoorde, trok hij woest een lok van zijn haar uit zijn hoofd en plantte deze in de grond, waaruit een krachtige krijger rees. Deze krijger noemde Shiva Virabhadra. Hij kreeg de opdracht van Shiva om naar het offerfeest te gaan en daar Daksha en alle gasten te doden. De 3 virabhadrasana’s (ook wel krijgerhoudingen genoemd) zijn momenten in deze saga. Virabhadrasana A (of I) symboliseert de komst van de krijger, met het zwaard in beide handen, rijzend uit de aarde.

Deze houding kan gestart worden vanuit adho mukha svanasana (de hond met het hoofd omlaag) of vanuit tadasana. Ik zal hem hier uitleggen startend in tadasana. Vooraan de mat staand, stap je met je linkervoet naar achteren en kom zo in een grote spreidstand te staan. De afstand tussen de voeten is groter dan bij trikonasana. Draai vervolgens de linkervoet in een hoek van 90 graden naar de muur en draai je rechtervoet in een hoek van 45 graden naar binnen. Draai vervolgens je heupen, zodat deze parallel zijn aan de korte zijde van de mat.

Breng in een grote boog je armen gestrekt boven je hoofd en plaats je handen met de palmen tegen elkaar. Als het niet lukt om met gestrekte armen je handen tegen elkaar te plaatsen, kan je er of voor kiezen de armen gestrekt te houden en de palmen naar elkaar te laten wijzen of om de handen wel tegen elkaar te plaatsen en de ellebogen iets naar buiten te buigen. Waarvoor je ook kiest, blijf erop letten dat je schouders laag blijven. Beweeg vervolgens naar beneden door je linkerknie te buigen. Het streven is om een hoek van 90 graden te maken in de linkerknie. Let erop dat je linkerknie niet over je linkervoet komt: je enkel moet stevig en recht blijven. Merk je dat je knie te ver naar voren beweegt? Verplaats dan je linkervoet en maak je spreidstand nog groter. Let er tevens op dat je linkerknie niet naar binnen buigt: je knie is in rechte lijn met je enkel. Sta je stevig? Kijk dan naar je handen en richt je borstbeen op, zodat je ietwat achterover buigt.

Om deze houding te spiegelen, blijf je kijken naar je handen terwijl je op een inademing je linkerbeen strekt. Gebruik een adempauze om te wisselen: je linkervoet gaat naar binnen in een hoek van 45 graden, je rechtervoet wijst nu in een hoek van 90 graden naar de rechtermuur en je draait je heupen naar rechts (wederom parallel aan de korte zijde van de mat). Je kijkt nog steeds naar je handen en op de volgende uitademing laat je je door je rechterknie zakken richting een hoek van 90 graden.

Trillende bovenbeenspieren, heerlijke strekking in de liezen, gezonde spanning in de schouders, de kracht stroomt door mijn lijf in deze oefening. Iedere inademing probeer ik mijn borst verder te openen en iedere uitademing probeer ik wat meer te zakken om zo meer richting de hoek van 90 graden in de knie te komen. Hoe ervaar jij de eerste krijgerhouding?

Namasté

Een Reactie op “Tot de kern: virabhadrasana A

  1. Pingback: Tot de kern: virabhadrasana B | Kernyoga·

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s