Tot de kern: Parasarita padottanasana A

In de “tot de kern”-reeks bespreek ik iedere keer een yoga-houding met daarbij de volgende vragen in het achterhoofd: Wat is de houding? Wat zijn de opkomende associaties? Wat zegt mijn lijf? Hoe reageert mijn gemoed? En de vraag aan jou: hoe ervaar jij deze houding?

Vandaag ga ik tot de kern van prasarita padottanasana A.

img_3131

Het duurde even voordat ik de naam van deze asana enigszins vloeiend uit kon spreken. Gelukkig zijn er vier variaties van deze ‘staande hoek’-houding, wat mogelijkheden te over maakt om te oefenen op de uitspraak. Ik zal ze alle 4 bespreken om logischerwijs te beginnen met prasarita padottanasana A.

Ga in een spreidstand staan. Hoe groter je de spreidstand, hoe dieper je in de houding komt. Als je echter een te enthousiaste spreidstand kiest, kan er veel spanning op de buitenkanten van je hielen komen. Kies een spreidstand die voor jou het prettigst voelt en waarin je desgewenst vier varianten van de ‘staande hoek’ comfortabel kunt blijven staan. Plaats de handen in de zij – net boven de heupen – en open op een inademing de borst naar het plafond om op een uitademing met een rechte rug naar voren te scharnieren. Plaats vervolgens de handen onder de schouderkoppen en open op een inademing de borst door naar de horizon te kijken en het borstbeen naar beneden te bewegen. Heb je nog ruimte in de heupen om met een rechte rug verder te scharnieren? Plaats dan de handen tussen de voeten – nog steeds op schouderbreedte. Als je de armen kunt buigen, beweeg dan je ellebogen naar achteren. Waar je ook eindigt, zorg ervoor dat je hoofd in lijn blijft met je wervelkolom.

Het streven in deze houding is een rechte rug. Het streven is niet – zoals ik altijd dacht – om het hoofd zo laag mogelijk te brengen. Als de focus op de rechte rug wordt losgelaten, zal door de buigzaamheid van de rug men een stuk lager kunnen komen. Toen mij werd verteld dat de rechte rug het belangrijkste aandachtspunt was, kreeg ik ter illustratie een stok op mijn rug gelegd met de mededeling dat deze van staartbeen tot aan de achterzijde van het hoofd contact zou moeten maken. Hierdoor werd ik genoodzaakt een stuk hoger in de houding te blijven en bleek dat de handen op de vloer onder de schouderkoppen lang niet altijd haalbaar is. Met deze nieuwe focus voel ik duidelijk wat de eigenlijke bedoeling is van deze houding. Met de beenspieren goed aangespannen en de rug recht wordt dit een heel uitdagende en inspannende houding. Heerlijk en leerzaam!

Nog een laatste tip: om te voorkomen dat je gewicht teveel op de buitenkant van je voeten terecht komt, kun je als je in de houding staat je tenen optillen. Daarmee druk je namelijk de voeten stevig in de vloer en verdeel je het gewicht evenredig.

Om uit de houding te komen, kijk je op een inademing nogmaals naar de horizon en beweeg je het borstbeen naar de vloer. Op een uitademing plaats je de handen in de zij en de volgende inademing gebruik je om weer met een rechte rug omhoog te komen. Als je helemaal boven bent, stap je of terug naar tadasana of blijf je in de spreidstand staan en breng je de armen weer horizontaal om je voor te bereiden op prasarita padottanasana B.

Namasté

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s